Een brandkraan (hydrant) is een aftappunt voor de brandweer. Wanneer de brandweerauto geen water meer heeft, dan kan het gebruik maken van de brandkraan. Tegenwoordig tref je brandkranen niet meer aan boven de weg, maar eronder. Ze worden mooi verzonken onder het trottoir of onder het wegdek weggewerkt.
Een belangrijk risico is het oplopen van een verwonding bij het verwijderen van vuil uit de straatpot en van het dekseltje of van de afdichtstop van een brandkraan. Regelmatig worden in de straatpot namelijk scherpe voorwerpen aangetroffen. Daarom is bij dergelijke handelingen de nodige voorzichtigheid geboden. Stevige werkhandschoenen dragen is noodzakelijk.
Voor het gebruik van brandkranen moeten de volgende typen brandkranen worden onderscheiden:
Het voordeel van insluisbeveiliging is dat er geen water en vuil uit de brandkraan kan terugstromen het leidingnet in. Op het moment dat het drukverschil over de klep van de brandkraan nihil wordt, sluit namelijk de klep van de brandkraan.
Zorg dat je altijd de hoofdafsluiter volledig open zet. Het gevaar van het half openzetten van de hoofdafsluiter in plaats van volledig open is dat het leegloopje niet dicht gaat. Na langere tijd zal dan het zand wegspoelen, met een sinkhole als gevolg!
Zo gebruik je een brandkraan op de juiste manier:
!Belangrijk!
Voor gebruik van een brandkraan geldt dat je bevoegd moet zijn om een brandkraan te bedienen (werkvergunning van locatie eigenaar).
Je bent voldoende geïnstrueerd voor het gebruik van een brandkraan.
Maak alleen gebruik van goedgekeurde standpijpen!
Ga met elkaar in gesprek over het volgende: